Een beetje geschiedenis….
Al sinds de 8e eeuw wordt er aan de oevers van de Vernazobre aan wijnbouw gedaan. Het waren de benedictijner monniken, die op de plaats waar zich nu Saint-Chinian bevindt voor het eerst de wijnstok introduceerden.

En het bleek een gunstige plek! Het wijngebied van Saint Chinian wordt begrensd door de steile wanden van de Espinouse in het noorden, in het zuiden door de vlakte van Béziers, in het oosten door de Faugèrois en tenslotte de Minervois in het westen.

Dit maakt dat er in de vallei een microklimaat heerst met warme droge zomers met twee regenperiodes in het voorjaar en zeer overvloedig in het najaar. De rivier de Orb, de berg Caroux en de Tramontane hebben een grote, verfrissende invloed want als het regent, zijn de wijngaarden snel weer droog door de wind. Ook niet onbelangrijk; de streek wordt minder getroffen door de fatale druifluis dan elders.

Tenslotte de bodem. Deze is in het noorden vooral leisteenachtig (schist). De wijnen uit deze bodem hebben een diepe kleur, hebben een zeer uitgesproken smaak, zijn fruitig en weinig zuur. In het zuiden tref je overwegend kalksteen, vermengd met bauxiet en leem aan. De grond is erg stenig waardoor de wijnstok een zeer geconcentreerde druif produceert. Ook de kruidige garrigue met vooral tijm en wilde rozemarijn heeft zijn invloed op de druif. Hier zijn de wijnen minder zwaar, maar ronder en eleganter. Dit alles met een gunstige ligging op een hoogte van ca. 123 meter, maakt dat dit gebied een ideale omstandigheid heeft voor de wijncultuur.